Posts

Aarde's donkerte ontkropen....

De Kruid- of Plantentuin, in de volksmond Den Botaniek , in de Leopoldstraat in Antwerpen is een hortus botanicus midden in de stad. Je vindt er een ongelooflijke collectie bomen, kruiden en planten die helemaal feestelijk oogt als een en ander in bloei staat. Wij wonen volkomen tevreden in een ruim appartement, met een balkon aan de voor- en een terras aan de achterkant. Het enige wat we af en toe missen is een tuin. Maar vermits de Kruidtuin bij ons om de hoek is, weten we er toch een nabij. Ik kuier er graag doorheen. Soms ga ik er op een bank zitten lezen. Op zeker ogenblik had ik de dichtbundel Beeldentuin van Lou Vleugelhof bij. Daar sloeg ik Wolfsmelk ( Atropa Belladonna ) uit op. “Da’s straf, die heb ik juist staan te bestuderen,” dacht ik. En even later las ik in die bundel Gevlekte scheerling ( Conium maculatum ) , waarop ik natuurlijk even wilde gaan zoeken of daarvan in de Kruidtuin ook een exemplaar was te vinden. Jawel hoor. En toen ging ik thuis in de poëziekast eens kij

A

AALBES Laattijdige erfenis Decadente najaarsnacht als laatkomer, aalbessen bloeden op getemde aarde, wormkoningen nestelen in klokhuizen, hersenen van adamsvrucht. Laatgotisch tekenen stammen religies in rituele indigo nachtpastels, een oud labeurpaard dommelt in op oermuziek van rusteloze rukwind. Laattijdig wil ik alles erven, rapen, ruiken. Guy Commerman Getuigenis van zinnen , Kleinood & Grootzeer, Bergen op Zoom, 201 5 AALWYN Vier aalwyne in my tuin: in die winter regop kandelare; somersaande hurk hul met my op die stoep aan 't kwyn. Gerhard Barkhuizen Smee , Worcester, Turksvy Publikasies, 2021   AARDAPPEL Aan de aardappel De aardappel heb ik lief daar hij, Strevend naar volkomen rondheid, Altijd anders rond is, En oogjes heeft Als van een blindgeboren diertje. Ik heb hem lief daar hij, zo lekker, Door de groten wordt miskend; Daar zijn kruid zo lelijk En zijn bloem zo onaanzienlijk is. En vooral daar hij (Alsof hij wist dat hij in een vrouwenhand Belandt) Bescheiden e

B

BAARDMOS Zomer Ik schrijf, het is zo stil, de zomer zo groen als onder water wanneer je neerzinkt en de ogen opent een halfblinde wereld van opaak licht, een dichtgewoekerd oerwoud, geen kreet, geen ruisen, en nergens, nergens daarin een schim van jou. Welke kant zal ik opgaan, zal ik de rivier opvaren en verloren gaan in ziekten en ongedierte en hulpeloosheid? Of zal ik omkeren, in de steden dwalen en verloren gaan in ziekten en ongedierte en hulpeloosheid? Of zal ik hier wachten tot jij me vindt, overgroeid door lianen en baardmos, dichtgeregend, weggespoeld, een handvol zwarte aarde in de jungle. Hans Warren Nakijken, dromen, derven , Bert Bakker, Amsterdam 1992 BALSEMBOOM Mirre Langs heuvelruggen tussen tijm, theeroos, lavendel uit bast van balsemboom wordt bitter vocht gegaard, het sap vers van de schors door dieper borend kerven, gedroogd ten boordsteen, voor vandaag bewaard. Gery Helderenberg Verzamelde gedichten , De Gulden Veder, Gottmer/Orion, Nijmegen/Brugge, 1978 BALSEM

C

CACTUS De cactus De streng gesloten knop na maanden van bijna onzichtb’re groei ging op een zomeravond plotseling wonderlijk snel en hoorbaar ruisend open – en in de schemer hief het sobere eenzelvige gewas een bloem zo bovenmate rijk: kronen om kronen goud en purper dat het scheen of in één ogenblik een leven dat zich duizend jaar bezon voorgoed ontwaakte – Doch teder immer is de over-rijke en voor korte tijd geboren, hij verdraagt het grote licht niet van de zon waarin zijn pracht verdort van het verterend vuur niet dat hem schiep En als zijn leven kort maar hevig heeft gebloeid begint hij weer wijs en geduldig van de aanvang af. Gerard van Klinkenberg Tirade , 18de jaargang, nummer 199, Amsterdam, 1974 CALATHEA Tuin van Eden Ze hebben het groen ingeblikt tussen muren van glas. Bomen uitgegraven en op de vijfde verdieping geplant. Het broeit in de tuin, ambtenaren nestelen zich in het mos en drinken van hun koffies. Sommigen mediteren op yogamatjes. Achter de beslagen ruit ligt de st

D

DADEL 9 gedichten voor een kleine vrouw (6) het dorp was een verzameling van tinten zwart alleen wat onbestemde geluiden achter de dijk en het slurpende stampen van een waterpomp die nacht geurde het naar dadels en hooi Willem van Zadelhoff Al mijn kappers , Polis, Antwerpen, 2020 DAHLIA Dahlia’s Zo gemakkelijk als in 1804 hebben wij het niet meer. Toen bracht de Zweed Dahl uit Mexico nieuwe bloemen mee waarmee hij zijn naam vereeuwigde. Wij dichters reizen de wereld rond en staan elke dag weer te zwaaien met nieuwe bloemen in de Kempen. Maar de boeren zeggen dat er al onkruid genoeg is. En probeer hun maar uit te leggen wat poëzie is. Je komt van een kale kermis thuis. Een boer kent geen kompas, hij gebruikt geen vergrootglas. Nee, zo gemakkelijk als in 1804 hebben wij het niet meer hier. Robin Hannelore Vaarwel gele schrijver , De Roerdomp. Brecht/Antwerpen, 1994 DATURA Epiloog: Tabula Rasa III rechts spoedt zich in sappige moerasgrond leven naar lente varens laten sporen na heid